Gereden : 275 km
Temp. : 34 °C
Motel : Hotel Mirage
Prijs : 64 $ (tax incl.)
Na een goede nachtrust verlieten we de Furnace Creek Ranch tamelijk vroeg in de ochtend.
We namen de Badwater Road en reden riching zuiden, richting Badwater. Deze weg hadden we op onze vorige reis nog niet gereden dus zou dat alweer iets nieuws worden om naar uit te kijken.
Wat verder stopten we al om de Golden Canyon Trail te lopen, een wandeling van zo'n 3 kilometer tussen de witachtige rotsen. Veel wagens stonden er niet op de parking waar de trail begon en op de trail zelf kwamen we amper een paar wandelaars tegen. De meesten keerden al na een honderdtal meter terug en hielden het voor bekeken. Waarschijnlijk was de hitte daar de grote oorzaak van. Wij niet ! Wij stapten door en liepen de hele trail van het begin tot het einde.
Lastig was het niet maar de warmte was echt niet te onderschatten. Gelukkig hadden we voldoende water mee anders hadden we waarschijnlijk ook moeten opgeven.
We deden het rustig aan en waren na afloop tevreden dat we volgehouden hadden.
We vervolgden onze weg en een tiental mijlen verder sloegen we linksaf om de Artist's Drive te rijden, een 15 km lange éénrichtingsweg vol onvoorziene bochten en tussen kleurrijke rotsen. Voor ons was het één van de mooiste, om niet te zeggen dé mooiste', weg die we in het park reden. Echt een aanrader om te doen !
Terug op de hoofdweg gekomen sloegen we een aantal mijlen verder opnieuw rechtsaf om een stuk onverharde route te nemen naar Devils Golf Course. Een ruw landschap waar tal van zoutkristallen hun geluid lieten horen als ze door de hitte openbarstten.
Een klein beetje verder bevond zich namelijk Badwater Basin, het laagste punt van het westelijk halfrond. Geen wonder dat het hier dan ook veel drukker was.
Een grote zoutvlakte strekte zich voor ons uit en we waanden ons als het ware met onze voeten op een sneeuwtapijt. Enkel de hitte alweer deed ons eraan denken dat dit helemaal niet waar was.
Deze plaats was onze laatste stopplaats geweest in het park. Enkel een lange rit scheidde ons nu nog van Ashford Mill, de plek waar we het park zouden buiten rijden.
Daar aangekomen reden we naar Soshone waar we op een verlaten parking iets kleins aten en dronken.
De snelweg naar Las Vegas was nu niet ver meer en binnen het half uur bevonden we ons op tussen de trucks en de opleggers die ook richting gokstad reden.
Rond een uur of 4 bevonden we ons temidden van de drukte, eigen aan de stad.
We reden richting centrum, de Strip, waar ons hotel zich bevond. Twee nachten hadden we geboekt in The Mirage. Daar we ook hier al eens eerder waren, hadden we het niet moeilijk om op onze bestemming te geraken. Heel vlot reden we de valet parking van het hotel op, laadden alles uit de wagen, gaven we de sleutels af en gingen we richting frontdesk om in te checken.
We kregen een kamer toegewezen op de 16de verdieping.
Niet bij de voordeur... dus lieten we een bagagejongen onze koffers maar naar boven brengen.
Bij het openen van de kamerdeur waren we blij verrast. De kamer was supermooi ! Hier zouden we van genieten.
We rustten wat en gingen wat zwemmen in het immense zwembad van het hotel. Zalig genieten en relaxen !
Tegen de avond vertrokken we te voet naar het Luxorhotel om er te dineren.
We zouden er proeven van het buffet, iets wat elk hotel in Las Vegas trouwens aanbiedt voor een schappelijke prijs.
Het eten was er lekker en na afloop wandelden we nog op de Boulevard om er de sfeer van LV by night op te snuiven.
De miljarden lichtjes gaven alles weer een toverachtig uitzicht.
We bekeken nog eens de show van de Bellagiofonteinen en eindigden in ons eigenste Mirage om de vukaanuitbarsting te bewonderen. Allemaal attracties om de toeristen te behagen.
Tegen middernacht sloten we de dag af.
Morgen staat er ons nog een dag te wachten in de lichtstad.